A
aardappelcysteaaltje (2 soorten: Globodera rostochiensis en Globodera pallida; beide kennen pathotypen)
aardappelmoeheid (AM)
alternaria
B
bietencysteaaltje (Heterodera schachtii)
bladrol
bladvlekkenziekte [in gerst] (Rhynchosporium secalis)
botrytis
bruinrot
builenbrand (Ustilago maydis)
C
cercospora
Clavibacter
coloradokever
cyste [mv: cysten en cystes]
cysteaaltje
E
Ehec-bacterie
F
fusarium
G
gerstegeelmozaïekvirus
gerstevergelingsvirus
graanklander
H
harten, kwade
K
klaverkanker (Sclerotinia trifoliorum)
knolcyperus
knolvoet (Plasmodiophora brassica)
koprot
kroonroest
M
maiswortelknobbelaaltje
meeldauw [bij klaver] (Erysiphe trifolii)
meeldauw [bij granen] (Erysiphe graminis)
meeldauw, valse
N
netvlekkenziekte (Pyrenophora teres)
P
Phoma lingam
phytophthora (Phytophthora infestans)
Pratylenchus penetrans (wortellesieaaltje)
pseudomonas
R
ramularia
rattekeutelziekte of sclerotiënrot (Sclerotinia sclerotiorum)
rhizoctonia
rhizomanie
ringrot
ritnaald
roest
roest, bruine (Puccinia recondita)
roest, gele (Puccinia striiformis)
roest, dwerg- (Puccinia hordei)
S
sclerotiënrot of rattekeutelziekte (Sclerotinia sclerotiorum)
stengelaaltje (Ditylenchus dipsaci)
stengelrot (Fusarium spp.)
stuifbrand (Ustilago nuda)
sclerotinia (rattekeutelziekte)
systemisch middel [middel dat een plant in zijn systeem opneemt; dus niet: systematisch]
T
Trichodorus (vrijlevende aaltjes)
trips
V
verwelkingsziekte (Verticillium albo-atrum)
vetvlekkenziekte
virus, A-, M-, S-, X-, Y-
voetziekte(n)
W
wants
witlofmineervlieg
wortelknobbelaaltje (Meloidogyne hapla)
wortellesieaaltje (Pratylenchus penetrans)
wortelverbruining
wratziekte (Synchitrium endobioticum)
Z
zwartschimmel(s)